Over de auteur

Het is niet toevallig dat ondergetekende, Ed Buijsman (1948), is begonnen aan een onderzoek naar de geschiedenis van de grote stern in Nederland. Al lang is hij geïnteresseerd in de veranderingen in het Nederlandse landschap. Hij gebruikt hiervoor veel boeken van Jac. P. Thijsse als uitgangspunt. Deze boeken geven een mooi beeld van het Nederland zoals het was en zoals het in de periode tot 1940 is veranderd. De Nederlandse natuur stond toen al onder grote druk, onder andere door de grootscheepse ontginning van woeste grond en de vele kanalisaties van beken en rivieren. Na de Tweede Wereldoorlog kwam eerst de periode van wederopbouw, daarna die van welvaart en van de steeds verdere uitbreiding van de economische bedrijvigheid.

De Beer 1938Het Nederland dat Thijsse beschreef, behoort inmiddels grotendeels tot het verleden. Maar soms blijken plekjes toch nog bijna onveranderd aanwezig. Over dit soort onderwerpen schrijft Buijsman graag en het betekent altijd enig onderzoek. Waarom is iets weg, is iets veranderd of juist niet? En zo was het ook bij het natuurmonumente Beer. Thijsse bespreekt De Beer in 'Onze groote rivieren'; in dit boek staat ook een mooie afbeeldibng van De Beer van de hand van Jan Voerman jr. Het beginpunt van het onderzoek was echter een diafilm van Simon de Waard over De Beer die Buijsman bij toeval in het begin van de jaren tachtig op de kop had getikt.

In 2001 is het onderzoek naar ‘De Beer’ opnieuw opgevat, De Beer bleek toen al snel een veelomvattend onderwerp. Dit kon niet afgedaan worden met een journalistiek stukje, zo was de conclusie. De Beer was, om mee te beginnen, een uitzonderlijk natuurgebied. Maar er waren ook welwillende ambtenaren en vroege natuurbeschermers die dit natuurmonument ‘er bij deden’; er was de Duitse bezetting en de Atlantikwall; de voedselvoorziening in de oorlog en na de oorlog de bestuurders met grote denkramen en dito ego’s en ook nog eens volwassen wordende gedachten over natuurbescherming en - ook toen al - de afweging natuur versus economie en welvaart versus welzijn. Dit alles is van toepassing op De Beer. De Beer was niet een natuurgebied dat toevallig moest wijken voor de uitbreiding van een haven. Nee, hier was veel meer aan de hand. Hier zou wel een boek over geschreven kunnen worden. Niet zo zeer een boek over de natuurhistorische betekenis van De Beer, want daarover was al wel het een en ander bekend. Nee, een boek over het hoe en het waarom van de ondergang van De Beer: over de ambtenaren, de bestuurders en al die anderen die op de een of andere manier een belang bij De Beer hadden. Kortom: de geschiedenis van De Beer. Dat boek verscheen uiteindelijk in 2007 bij uittgeverij Matrijs in Utrecht.

En wie de Beer zegt, zegt vogels. En wie het over de vogels van de Beer heeft, denkt dan toch in de eerste plaats aan de grote stern. De grote stern die rond 1950 in voor de huidge begrippen onwaarschijnlijk aantal van 12.000 broedparen op De Beer voorkwam. Voor velen is de grote stern een iconische vogel. En terecht: elegant, eigenzinnig en nog veel meer. Daar kan wel een boek mee worden gevuld. En zo begon het onderzoek en is er na vier jaar, opnieuw bij Matrijs, een prachtig boek uit voortgekomen.

Ed BuijsmanEd Buijsman (1948) is ooit opgeleid als analytisch-chemicus op de afdeling Elementenanalyse van Ben Griepink en is ook als zodanig daar een aantal jaren als onderzoeker werkzaam geweest. Daarnaast is hij opgeleid als atmospherisch-chemicus bij het Instituut voor Meteorologie en Oceanografie (IMOU) van, toen nog, Rijksuniversiteit Utrecht onder de hoede van Louk Conrads.

Het grootste deel van zijn professionele carrière is hij werkzaam geweest op diverse deelterreinen van de luchtverontreiniging. Zo heeft hij van 1979 tot en met 1986 gewerkt bij de Groep Atmosferische Chemie van het al genoemde IMOU, samen met Willem Asman. Het was de tijd van het zureregenonderzoek, de geboorte van ammoniak als milieuprobleem en het chemisch regenwateronderzoek dat langzaamaan volwassen werd. Daarnaast was hij van 1976 tot en met 1986 docent scheikunde bij de Stichting Aanvullend Onderwijs met Oebele Blaauw als directeur.

In 1986 verkaste hij naar het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu in Bilthoven en ging later mee met het nieuw opgerichte Milieu- en Natuurplanbureau met Klaas van Egmond als directeur. Later volgde het Planbureau voor de Leefomgeving. Ook bij deze organsiaties was de luchtverontreiniging zijn werkgebied met functies als projectleider Jaarverslag Luchtkwaliteit, hoofd van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit, senior medewerker meetstrategie en redacteur luchtkwaliteit van het Compendium voor de Leefomgeving. Buijsman is sinds eind 2013 met pensioen.

Van lucht alleen kan een mens niet leven dus kwam er ook de interesse voor de natuur bij en, later, ook interesse voor historische aspecten van de luchtkwaliteit en de natuur in Nederland. In 2007 verscheen van zijn hand bij uitgeverij Matrijs een boek over — de geschiedenis van het legendarische natuurmonument De Beer en in 2018 bij dezelfde uitgeverij een boek over — de geschiedenis van de grote stern in Nederland. Daarnaast is hij oprichter van de tijdschriften Voortschrijdende Inzichten en PANORAMA (beide discontinued) en de websites van — Voortschrijdende Inzichten, over — het natuurmonument De Beer, over de grote stern, over — Myeloproliferatieve Neoplasmata (Een leven met MPN) en over — het Nederlandse landschap (Over Thijsse's landschap).