Natuurmonument De Beer

Het natuurmonument De Beer lag ooit aan de monding van de Nieuwe Waterweg op de kop van Rozenburg. Het was een prachtig voorbeeld van een dynamisch duinsysteem waar de zee vrij spel had. Grote strandvlaktes zorgden voor een ideale vestigingsplaats voor een aantal kustbroedvogels, zoals het visdiefje en de grote stern. De Beer ontwikkelde zich tot een natuurgebied dat, mede door zijn grootte van 1300 hectare, uniek was voor Nederland.

In de Tweede Wereldoorlog legde de Duitse bezetter omvangrijke verdedigingswerken op De Beer aan. Bovendien werd het 300 ha grote moeras- en getijdengebied aan de zuidkant ingepolderd. De Beer voor en na de Tweede Wereldoorlog zijn dan ook twee verschillende werelden. Niettemin bleef De Beer, ook na 1945, een vogelbroedplaats zoals er geen tweede in Nederland voorkwam. Rond 1950 hadden ruim 10.000 paar grote sterns en ruim 10.000 paar Visdieven hun broedplaats op De Beer. Voeg daar nog aan toe: dwergsterns, kemphanen en een heel arsenaal aan weidevogels, scholeksters, meeuwen. Het is in de huidige tijd bijna onvoorstelbaar dat op zo'n klein oppervlak zo veel vogels een plek hadden.

De plannen van de gemeente Rotterdam voor de aanleg van Europoort betekenden het einde van De Beer. In jni 1958 ging het werk van start. Op 1 januari 1964 sloot De Beer definitief. Slechts een klein gebiedje, ca. 10 ha aan de zuidkant, bleef gespaard. Dit deel, de Kleine Beer, bestaat nog steeds, maar is niet toegankelijk.

De Beer gezien vanuit het zuiden, 1963

De Beer gezien vanuit het zuiden op een luchtfoto uit 1963. Links de Noordzee

Het Groene Strand

Het Groene Strand waar De Beer zo beroemd om was.
De broedplaats van onder andere Visdieven en grote sterns.