Wipneus en Pim gaan op reis
B. van Wijckmade, 1948, 93 pagina's (versie 2.1), 88 pagina's (versie 2.2), illustraties Herman Ramaekers. Opnieuw uitgebracht door Imagebooks, ISBN 978.946144.4271.
Koning
Goedhart krijgt een brief van kabouter Pierewiet. Pierewiet is een oude
kabouter die ver weg in het bos woont. Hij vraagt of prins Wipneus misschien
bij hem mag komen logeren. En hij mag ook een vriendeje meenemen. Daar hebben
Wipneus en Pim wel oren naar. En zo gaan ze op pad op de konijntjes Witstaartje
en Zwartstaartje. Maar 's avonds wordt het slecht weer en in het donkere
bos zoeken ze een slaapplaats. Ze vinden een huisje met wel erg merkwaardige
bewoners: twee betoverde prinsen. Reus Rollebom heeft met toverzalf over
hun neuzen gewreven en daarom zullen ze na 100 dagen sterven. En er zijn
nog maar vijf dagen over! Alleen als ze opnieuw met de toverzalf ingesmeerd
worden, zal de betovering verbroeken worden. Wipneus en Pim beloven dat
ze dat klusje wel even zullen klaren. Ze gaan op weg, maar helaas krijgt
Witstaartje een ongeluk. Gelukkig komen ze Opa Melk tegen. Bij hem kunnen
ze slapen, maar niet nadat ze eerst de muizen in de schuur hebben verjaagd.
Als ze daarmee bezig zijn, vinden ze het toverfluitje dat Opa Melk al heel
lang kwijt was. Wat was Opa blij, want het is een fluitje waarmee je je
onzichtbaar kunt maken. Maar Opa Melk heeft nog iets bedacht: ze kunnen
verder reizen met zijn hond Hector. En het toverfluitje krijgen ze ook mee.
En zo gaan ze weer op zoek naar reus Rollebom. Onderweg vallen ze in een
diepe kuil. Wat een schrik, maar daar ontmoeten de aardmannetjes en hun
koning Zilverkroon. Deze aardmannetjes zijn nog kleiner dan Wipneus en Pim.
Maar ze moeten verder, naar de reus. Van één van de aardmannetjes
krijgen ze een stukje toverworst. Nou, dat komt goed van pas, als ze grote
krokodillen tegenkomen die het land van de reus bewaken. Ze komen bij het
kasteel van de reus. Het lukt Wipneus en Pim met hulp van het toverfluitje
om de pot met toverzalf te pakken te krijgen. En de reus krijgt ook nog
een koekje van eigen deeg, want het lukt Wipneus om de neus van de reus
met toverzalf in te smeren. En zo komt alles goed: er blijken in het kasteel
van de reus aardmannetjes gevangen te zitten. Die worden natuurlijk bevrijd
en met de betoverde prinsjes komt het ook allemaal in orde. En eindelijk
kunnen Wipneus en Pim dan naar kabouter Pierwiet toe, want daar was het
immers allemaal om begonnen.
Versie 2.1 heeft 29 afbeeldingen.
Versie 2.2 heeft 22 afbeeldingen.
Links En, rrrt ... daar schoten de beestejes er al van door
Rechts ... danste op zijn oude benen door het schuurtje van de pret
Links 'Ik heet Hummeltje, mijnheer de grote kabouter'
Rechts ... begon de reus eens flink onder zijn tenen te kriebelen